De openbaring van Jezus Christus, die God hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft;. Zo begint dit bijbel boek, het laatste. Johannes geeft door wat Jezus hem over de toekomst verteld heeft. Het boek, in het Grieks Apocalyps genaamd (≈ ontsluiering), bestaat na de aanhef in hoofdstuk 1 uit zeven brieven aan christelijke gemeenten in Klein-Azië (hfdstk. 2 en 3) en een aantal visioenen. Het is in ca. 95 n.C. geschreven door een zekere Johannes – wellicht de apostel – tijdens zijn ballingschap op het eiland Patmos. Christenen werden in die tijd intensief vervolgd door de Romeinen, en Johannes probeerde ze hoop op betere tijden te geven. Hij deed dit door te schrijven over de aanvallen van kwade machten op God en de christenen, rampen die het naderende einde aankondigden, en de nieuwe tijd die na de ondergang van de kwade machten aan zou breken. Een niet onbelangrijke passage staat in Openb. 20: En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in den poel van vuur. Een dergelijk moment waarop besloten wordt over het lot van de ziel van een overledene – een laatste oordeel – komt in veel religies voor. Hoofdstuk 1 Geadresseerden, groet Jezus verschijnt aan Johannes op Patmos Opdracht om te schrijven aan de zeven gemeenten Hoofdstuk 2 Eerste brief: aan Efeze Tweede brief: aan Smyrna Derde brief: aan Pergamus Vierde brief: aan Thyatira Hoofdstuk 3 Vijfde brief: aan Sardis Zesde brief: aan Filadelfia Hoofdstuk 4 Zevende brief: aan Laodicea Lof van de vierentwintig ouderlingen en de vier dieren Hoofdstuk 5 De boekrol met de zeven zegels Het Lam opent de boekrol Hoofdstuk 6 Opening van de eerste zes zegels Hoofdstuk 7 De verzegelden uit de twaalf stammen. De heerlijkheid van hen die verdrukt werden. Hoofdstuk 8 Opening van het zevende zegel Zeven engelen met zeven bazuinen De vijfde engel Hoofdstuk 9 De vijfde engel De zesde engel Hoofdstuk 10 Het boekje wordt door Johannes opgegeten. Hoofdstuk 11 De twee getuigen De zevende engel en Hij zal Koning zijn in alle eeuwigheid (Vers 15) Hoofdstuk 12 De vrouw, het Kind en de draak De strijd van Michaël met de draak De draak vervolgt de vrouw Hoofdstuk 13 Het beest dat uit de zee opkomt Het beest dat uit de aarde opkomt Hoofdstuk 14 Het Lam op de berg Sion met de honderdvierenveertigduizend Drie engelen kondigen het oordeel aan De graanoogst en de wijnoogst Hoofdstuk 15 Zeven engelen met de zeven laatste plagen. Hoofdstuk 16 De zeven engelen gieten hun schalen uit. Hoofdstuk 17 De vrouw op het beest Hoofdstuk 18 Val van Babylon Hoofdstuk 19 Lied van overwinning De bruiloft van het Lam Overwinning van Christus op de valse profeet Hoofdstuk 20 De satan 1000 jaar gebonden De satan geheel overwonnen De eerste opstanding Het laatste oordeel Hoofdstuk 21 De nieuwe hemel en de nieuwe aarde Het nieuwe Jeruzalem